150% verhoging Marktgeld op de Antiek- en Boekenmarkt Den Haag
14-10-2015
verslag Marktkameroverleg
aanwezig zijn onze marktkamerleden Kathy en Marcel.
niet aanwezig is een vertegenwoordiging van het CVAH
agendapunt 6, laatste alinea:
"....in september 2015 zijn de nieuwe marktgeldtarieven per 1-1-2016 berekend"
en
"de marktkamer wordt zo snel mogelijk geinformeerd en daarna de rest van de markt"
16-12-2015
brief Gemeente Den Haag aan de vergunninghouders.
"Het marktgeldtarief: zondag € 1,16 m², donderdag € 1,12 m² .... Het marktgeld is gestegen ....in de komende 3 jaar gaat het tarief nog verder omhoog"
en
"Het marktgeld is opgebouwd uit kosten voor toezicht, afdelingskosten, promotiebudget en zondagtoeslag"
3-2-2016
verslag Marktkameroverleg
aanwezig zijn Kathy en Marcel
niet aanwezig is de vertegenwoordiging CVAH
agendapunt 9: Opbouw Marktgeld
dit agendapunt wordt niet behandeld
17-06-2016
6 weken in het seizoen (totaal 20 weken) de factuur is geschreven, vergunninghouders schrikken, 55-60% verhoging van het marktgeld in 2016
20-06-2016
Het zal niet bij die 55-60% blijven, in totaal wordt het marktgeld met circa 150% verhoogd
20-06-2016
Het zal niet bij die 55-60% blijven, in totaal wordt het marktgeld met circa 150% verhoogd
Wat is er gebeurd, wie heeft niet opgelet, wie heeft niet gerekend, wie was er niet om te adviseren vanuit de ervaringen op andere markten, wie besloot dat er geen tijd was voor het agendapunt,
is de opbouw van het marktgeld met 1 zin voldoende - wettelijk voldoende, toegelicht, wanneer hadden de vergunninghouders zelf moeten gaan rekenen, waarom zaten die te slapen, waarom zaten onze vertegenwoordigers te slapen, wist de afdeling markten dat wij allemaal zouden zitten slapen ?
tekst: Marx Warmerdam
Hieronder een column uit De Koopman,
het orgaan van de Centrale Vereniging voor Ambulante Handel
maart 2016
met toestemming van de redactie en de schrijver:
Marktgeld
Aan het eind van ieder jaar stellen de
gemeenteraden in het kader van de begroting ook de belastingen en tarieven,
waaronder de marktgelden, voor het volgende jaar vast.
Met de eerste aanslag in het nieuwe jaar worden de marktondernemers
dikwijls pas met het hogere nieuwe tarief geconfronteerd.
En dat is soms best even schrikken.
De vraag rijst dan gauw of tegen de aanslag nog
actie kan worden ondernomen.
ln het kader van die vraag zet ik voor u een paar
basisregels op een rij.
Marktgeld behoort tot de zogenaamde gebruiksrechten.
Je betaalt aan de overheid voor het gebruik van een
publieke voorziening zoals het
marktterrein of een marktinstallatie.
De kosten daarvan worden verdeeld over degenen die
er gebruik van maken, in dit geval de marktondernemers.
Belangrijk is dat gemeenten niet zomaar belastingen
en heffingen mogen bedenken.
Zij moeten zich houden aan de belastingen die in de
wet staan.
Marktgelden behoren als gebruiksrechten tot de in
de wet genoemde belastingen.
Voor het heffen van marktgelden moet de gemeente bovendien
een verordening opstellen waarin staat hoe de gemeente de heffing berekent en
wie de heffing moeten betalen.
Openbare dienst
Van belang is verder dat een gebruiksrecht, zoals
het marktgeld, alleen mag worden geheven voor het feitelijk gebruik van
bezittingen, werken of verrichtingen van de gemeente die voor de openbare dienst
bestemd zijn en overeenkomstig de bestemming worden gebruikt.
Het gebruik van het openbare marktterrein is wat
dat betreft duidelijk.
Maar hoe bijvoorbeeld met de promotie-activiteiten
of het elektriciteitsgebruik op de
markt.
Gaat het hier nog om "openbare dienst" en
"gebruik overeenkomstig de bestemming" of
moet gezegd worden dat deze activiteiten niet via
het marktgeld mogen worden doorberekend?
Feitelijke
kosten
Dat brengt ook de vraag met zich mee welke kosten in
het marktgeldtarief meegenomen mogen worden.
Dit betreft uitsluitend de begrote feitelijke
kosten die rechtstreeks verband houden met de voorziening of dienst die door de gemeente
ter beschikking wordt gesteld of geleverd.
Dit is vaak niet zo eenduidig vast te stellen.
Een handige stelregel bij beoordeling is het stellen
van de vraag of de activiteit door een
gemeente wordt verricht omdat er een dienst wordt
gevraagd.
Als dit niet het geval is, mogen de kosten in de
meeste gevallen ook niet in het marktgeld tarief worden meegenomen.
Ten slotte kan en mag een gemeente alleen de totale
kosten vergoed krijgen die ze als feitelijke kosten begroot heeft.
De totale opbrengst van de marktgelden mag niet
meer zijn dan de totale kosten die de gemeente voor een bepaald product
begroot.
We noemen dat het principe van het kostenmaximum.
Daarbij dient overigens wel in ogenschouw te worden
genomen dat de gemeente ook de indirecte kosten van bijvoorbeeld ambtelijke ondersteuning
en kosten van bezwaar en beroep gemoeid met markten en standplaatsen in de
totale kosten mee mag nemen en mag omslaan over de betrokken ondernemers.
Toets of de gemeente zich bij vaststelling van marktgelden
aan de genoemde regels houdt.
Conclusie:
dat marktgelden soms fors verhoogd worden, is geen
doorslaggevend argument.
Het verdient wel aanbeveling om te toetsen of de
gemeente zich bij de vaststelling en oplegging van marktgelden aan de genoemde
regels houdt.
Zo niet, dan is het zaak dat via de weg van bezwaar
tegen de aanslag bij de gemeente aan te kaarten.
column geschreven
door:
mr. drs. Martijn van Meppelen Scheppink,
mr. drs. Martijn van Meppelen Scheppink,
advocaat
bij Moree Gelderblom Advocaten, Rotterdam
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Hartelijk dank voor uw reactie, de redactie zal uw bericht lezen en mogelijk plaatsen op het blog. Anonieme reacties worden niet geplaatst.